Huurprijzen in Utrecht stijgen harder dan inflatie
In steden als Utrecht staat de woningmarkt onder enorme druk. De vraag naar woningen blijft toenemen, terwijl het aanbod in rap tempo afneemt. Uit cijfers van statistiekbureau CBS en het Kadaster blijkt dat je als woningkoper in de provincie Utrecht gemiddeld 13% meer moet betalen dan in maart vorig jaar. Op de verhuurmarkt is het niet veel beter. In het eerste kwartaal van 2025 daalde het aantal beschikbare huurwoningen in de vrije sector in Utrecht met maar liefst 35,5% ten opzichte van een jaar eerder. Tegelijkertijd zijn de gemiddelde huurprijzen met 9,6% gestegen: een stijging die de inflatie ruim overstijgt. Voor veel huurders is het haast onmogelijk geworden om een betaalbare woning in de domstad te vinden, zeker in de populaire wijken van Utrecht.
“Wij spreken dagelijks particuliere verhuurders die overwegen om te stoppen,” zegt Inter Immo, een verhuurmakelaar actief in Utrecht. “De onzekerheid over beleid en rendement zorgt ervoor dat er minder wordt geïnvesteerd in huurwoningen, en dat maakt de markt nóg krapper.”
Deze ontwikkeling is geen op zichzelf staand probleem: ook in andere delen van Nederland speelt een vergelijkbare crisis, al is het effect in de grote steden vaak scherper voelbaar dan elders in het land. De krapte, gecombineerd met stijgende woonlasten, treft met name middeninkomens die tussen wal en schip vallen. Zij verdienen te veel voor sociale huur, maar te weinig om de vrije sector te kunnen betalen. En een leuke woning kopen is zonder startkapitaal al helemaal lastig.
Deze moeilijke situatie voor huurders én verhuurders is het resultaat van langdurig overheidsbeleid dat te weinig heeft gestuurd op het creëren van voldoende en divers woningaanbod. Tegelijk zijn veel particuliere verhuurders de afgelopen jaren geconfronteerd met stapelende regels, dalende rendementen en onzekerheid over toekomstige wetgeving. Het vertrouwen in de woningmarkt is hierdoor gedaald, waardoor veel verhuurders hun woningen verkopen.
Hoewel de overheid met een puntenstelsel probeert om huurprijzen te reguleren, blijkt het beleid in de praktijk averechts te werken. Partijen als NSC en PVV steunen nu wijzigingen aan de wet die maximale huren bepaalt, in de hoop verhuurders wat tegemoet te komen. Maar zolang structurele oplossingen uitblijven, dreigt het beleid opnieuw slechts symptoombestrijding te zijn.
Utrecht is hierin het toonbeeld van een bredere trend. Zonder serieuze investeringen in woningbouw en een eerlijkere balans tussen bescherming van huurders en het perspectief voor verhuurders, zal de woningmarkt steeds lastiger toegankelijk blijven. Elk kabinet worstelt weer met de korte- en lange termijn consequenties van het beleid van zijn voorgangers en hetzelfde geldt voor nieuwe huurders die hun eerste woning zoeken.