Het allerprachtigste servies van Utrecht
Vlak voor februari zette ik een punt achter mijn studie. De opluchting was groots, meeslepend misschien wel, want ik hoefde niet meer. De toneelspelers die ik eerder onzeker van hot naar her dreef, konden, net als ik, achteraan sluiten in de rij bij het uitzendbureau.
SUSA, Randstad, SKANNA – verschillende hoofdletters passeren de revue. Ik meld me aan, bel, neem op, vergeet, spreek in en verdwaal tussen de online vakkenvulvacatures. Niveau? Confrontatie. Met mijn kersverse middelbare schooldiploma en een ‘goed geprobeerd, hoor, dat eerste jaar’ kan ik nog net de klantenservice doen bij KPN, maar meer hoef ik niet te verwachten. Jammer, maar helaas. Ik solliciteer en word geweigerd: ‘Er zijn kandidaten met een beter potentieel.’ Oh, stop it.
Doorgewinterde sollicitatiemaniak
Ik heb een kamer in een geel studentenpaleis aan de Vegt, gestationeerd tussen de Tbs-kliniek en een duister mannenkroegje dat op last van de burgemeester is gesloten. Het kost, dan weet je dat alvast, ál je organen op de zwarte markt bij elkaar. Nu Groningen z’n maandelijkse bijdragen voor zichzelf houdt en ik hier graag nog een tijdje zou willen wonen, moet ik toch echt eens ergens worden aangenomen. Er zit maar één ding op: schouders eronder, digitale pen in de aanslag en gaan met die banaan; surf als een doorgewinterde sollicitatiemaniak over het web.
Ik voer redenen in. Zeg dat ik spontaan ben. Zeg dat ik mij identificeer als een harde werker. Wat mijn ervaring is. Dat ik klantvriendelijk, min-of-meer-stressloos en sociaal als professionele vaardigheden beschouw en prijs iedere functie de hemel in. Afwassen? Graag! Waarom ik bij u wil werken? Omdat uw bedrijf beschikt over het allerprachtigste servies van Utrecht! Die kopjes, ja, die met die verstopte details van die vetonbekende kunstenaar, moeten tot in de puntjes worden schoongelikt. Alleen met de juiste technieken zal de versgemeste koeienpuree uit de verborgen gaatjes verdwijnen – en ik weet zeker dat u niemand anders zal vinden die dit behendiger kan dan ik. Enter. De computer slaat af zoals een auto dat doet – halverwege de berg naar het kasteel van je eindexamengala.
Pling!
Emma
Fancy as hell: ik ben verkozen tot sollicitant bij hét poppodium van 030, Tivoli. Eén week en drieduizend mailtjes later bestijg ik mijn ijzeren ros en fiets over natte klinkers richting Vredenburgplein. Parkeer m’n tweewieler, mis de ingang, vind de ingang en neem plaats op een bank waar Heuse Artiesten, net als ik, ongemakkelijk plaats hebben genomen. Doordat de rugleuning zó ver naar achteren staat, word je linea recta een suffe puberuitstraling aangemeten. En dat doet niet veel goeds, vindt Emma, die mij op komt halen. Ze draagt een zwart shirt, een zwarte broek en zwarte schoenen. In haar forse stappen figureren krekelsokken die zich op een latere verdieping bij de rest van de zespotige familie aansluiten. De manager, die op Emma lijkt, maar in plaats van krekels, mieren over haar gebruinde kuit laat kuieren, neemt mij mee naar een afgezonderde designhoek met een oerlelijk Oostblokuitzicht. Ik zeg dat ik spontaan ben. Dat ik mij identificeer als een harde werker. Wat mijn ervaring is. Dat ik klantvriendelijk, min-of-meer-stressloos en sociaal als professionele vaardigheden beschouw en als reden voor mijn kandidatuur vertel ik, dat ik dat, eh, even niet meer weet. Helemaal vergeten. Opnieuw moet ik verkondigen waarom de feestjes in deze tent vreselijk voortreffelijk zijn en waarom ik het allerliefst kaartjes knip aan de deur, begeleid door teringherrie en winterweer. Maar ik weet het even niet. Ik wil gewoon… een baan.
Lang en gelukkig
En die vind ik. In een Zweeds bedrijf dat zich mijlenver buiten het centrum heeft genesteld. Als ik tijdens mijn pauze een blik werp op de tv zie ik de acteur uit mijn eerste film over het beeldscherm banjeren. Wat een uitzendbureau wel niet voor je kan regelen: een glansrijke baan met een knipoog naar een lang en gelukkig leven.